Fysiotherapie richt zich op de functiestoornissen die zijn ontstaan in het houdings- en bewegingsapparaat. Dit zijn de wervelkolom, gewrichten met zijn spieren, zenuwen en bloedvaten. Deze hebben een onderlinge samenhang en beïnvloeden elkaar.
De stoornissen zijn meestal op basis van het vastzitten van gewrichten en spieren.
In sommige gevallen is overbeweeglijkheid van gewrichten de oorzaak. Vaak gaan ze samen in dezelfde stoornis.
De fysiotherapeut zal door een uitgebreid vraaggesprek eerst de klachten inventariseren. Daarna volgt er een lichamelijk onderzoek in stand, zit en lig om de oorzaak van de klacht te vinden. Hierbij maakt de fysiotherapeut gebruik van provocatie- en bewegingstesten.
Uit de resultaten hiervan wordt het behandelplan opgesteld.
De behandeling heeft als doel om de functiestoornissen op te lossen in de gewrichten en spieren en zo de pijnklachten te verminderen.
Gebruikte behandeltechnieken zijn:
– massagetechnieken
– bewegingen om de mobiliteit van gewrichten te bevorderen
– spieren versterken middels apparatuur of manueel
– conditieverbetering via training op fitnesstoestellen
– correctie van houding en bewegingen
– tapen en bandageren
Verder zijn er specifieke oefenprogramma’s voor bepaalde aandoeningen b.v.:
• Metabool syndroom/diabetes
• COPD
• Parkinson
• Perifeer vaatlijden (etalagebenen)
• Obesitas
Om deze patiënten goede zorg te verlenen moeten er aparte cursussen gevolgd worden. Dit om de nieuwste ontwikkelingen toe te passen in de therapie bij deze specifieke aandoeningen.